Entrecote met een peperkorst met spinazie en wilde paddenstoelen

Bereidingswijze

1. Leg de entrecotes op een bord en strooi er de gekneusde gemengde peperkorrels over, druk ze aan om een dikke korst te maken. Strooi er zout over.
2. Verhit 15 g boter en de olie in een braadpan. Leg de entrecotes erin en bak ze 3 minuten aan beide kanten voor medium rood, of 6 minuten aan elke kant voor doorbakken. Haal de stukken vlees uit de pan en laat ze op een warme plek rusten.
3. Doe de sjalotten in de pan en bak ze 30 seconden op een laag vuur, al roerend. Zorg ervoor dat de sjalotten niet verkleuren. Blus de pan met de cognac en sherry-azijn, roer goed om alle vleessappen naar boven te halen. Voeg de ingedikte runderbouillon en de room toe, breng aan de kook en laat het een aantal minuten inkoken tot de saus aan de achterkant van de lepel blijft plakken.
4. Voeg een deel van de overgebleven boter in een grote pan en als dit begint te schuimen, doe je er de spinazie bij. Bak boven een redelijk hoog vuur of tot het geslonken is. Voeg zout en peper naar smaak toe en giet overtollig water af. Doe de overgebleven boter in een braadpan en bak de wilde paddenstoelen zachtjes een aantal minuten tot ze gaar zijn, voeg zout en peper naar smaak toe en meng ze voorzichtig met de spinazie.
5. Schep de gebakken spinazie en de wilde paddenstoelen op de borden. Leg de entrecote erbij, lepel de saus er omheen en serveer.